Hoofdmenu:
Nieuwsbrief van de Stichting Vrienden van de Vordense Molens
Geachte donateurs van de “Stichting Vrienden van de Vordense Molens”
Veiligheid in de molen
De molen was een productiebedrijf dat eens bemand werd door stoere molenaars en
molenaarsknechten. Hij werd gebouwd in een tijd dat Arbo-wetten nog onbekend waren.
Het was de tijd dat de bemanning van een schoener na een tocht naar de `Oost` een kans van 1 op 3 had om nooit meer weerom te keren.
Maar de tijden zijn veranderd. De molen is nu een gebouw dat vooral bezocht wordt door belangstellenden en liefhebbers, jong en oud, die geen idee hebben van de kracht van een ronddraaiend bovenwiel of die de steilheid van een trap onderschatten die je daarom maar beter achterstevoren kan afdalen.
Daarom zijn er ook voor een molen tal van aanbevelingen om de veiligheid te verhogen.
De ploeg molenaars (5 vrijwilligers met de handen op de goede plek) hebben zich het afgelopen jaar beziggehouden met hekjes, leuningen, trappen, luiken en wat al niet meer, om de veiligheid van de argeloze bezoeker te waarborgen.
Daarbij hebben zij gebruik gemaakt van oude stellingplanken die toch vervangen moesten worden maar waarin altijd nog wel een eerlijk stuk eikenhout te vinden was.
Zo zijn er allerlei onderdelen toegevoegd die van origine niet in de molen zaten. En dat is dan weer iets dat de rechtgeaarde monumentenliefhebber zal verdrieten. Maar wij hebben ons best gedaan om met de aanpassingen zoveel mogelijk de sfeer van de oude en ambachtelijke molen te handhaven.
Wat is restaureren? Is het onderhouden, opknappen of opnieuw opbouwen?
Er zijn in Molenland allerlei discussies. Kun je gemeenschapsgeld (belastinggeld) gebruiken om een molen opnieuw op te bouwen op de karige restanten van een oude molen?
En wat mag je veranderen aan een bestaande molen? Onze molen heeft op de begane grond een mengketel hangen. Dat is een object van recentere datum en het ding hangt de molenaars wel eens in de weg. Maar binnen het bestuur van de Stichting zijn daarover ook andere meningen. Die zien het als een onderdeel van de ontwikkeling die onze molen heeft doorgemaakt.
En inderdaad, er zijn molens die vol staan met schudders, mengers, zeven, stoommachines, dieselmotoren en elektromotoren wat uiteindelijk resulteert in een complete fabriek rondom molenstenen in een molenromp, waarvan de wieken overbodig zijn.
Maar het minste dat men verwacht van een molen is toch wel, dat de wieken draaien!
Ook de wieken zijn geëvolueerd.
Maar ook aan die wieken is sinds de bouw van onze molen in 1851 het een en ander veranderd. Had de molen in haar begintijd nog “Oud-Hollandse wieken”, die wieken hadden ook een nadeel. Als u onze molen bekijkt dan ziet u dat twee wieken een hekwerk hebben (waar zeilen op kunnen worden gespannen). Op de andere twee wieken zijn grote borden, de “remkleppen”, gemonteerd. Daarover straks meer.
Vroeger hadden alle vier wieken een hekwerk. Bij vlagerig weer, met wisselende windsterktes, gingen de wieken bij aantrekkende wind harder draaien. Dat had weer invloed op het maalproces. Ging het héél hard waaien, dan ging het hele spul zo hard draaien dat de molen gevaar liep. Bovendien was het stilzetten van de molen een heikel karwei omdat de vang (een soort van enorme houten trommelrem) heet kon worden en brand kon veroorzaken. Een molenaar moest dus tijdig de zeilen minderen of de molen stilzetten.
Molenbouwer Ten Have uit Vorden heeft in de Nederlandse molenwereld naam gemaakt met de doorontwikkeling van de remklep
Zo kent ook onze molen “remkleppen van Ten Have” en in Nederland zijn zeer veel molens hiermee toegerust. Deze kleppen gaan bij een grote omwentelingssnelheid van de wieken door centrifugale krachten min of meer dwars op de draairichting staan. Daardoor vangen ze minder wind maar ze remmen ook enorm omdat ze dwars op de draairichting staan.
Zo regelen deze kleppen traploos de omwentelingssnelheid van de wieken zonder dat de molenaar de wieken in hoeft om de zeilen te minderen. U begrijpt dat de molenaars deze remkleppen, ondanks het feit dat ze er origineel niet aanzaten, voor geen goud willen missen.
Het Onderhoud
De grootste aandacht gaat bij ónze molen toch vooral uit naar het onderhoud.
Het smeren en schilderen, timmeren en stellen.
En….. nu we het toch over de remkleppen hebben. De remkleppen zitten een heel eind boven de stelling en zijn niet eenvoudig bereikbaar voor iemand met een kwastje verf.
Bovendien is het zo dat de remkleppen op een aantal punten hoognodig moeten worden gerepareerd.
Ze zijn gemaakt van Red Cedar (beschikten ze vroeger ook niet over) maar ook Red Cedar is onderhevig aan rot.
Binnenkort kunt u zien dat we de kleppen demonteren. Ze gaan dan allemaal onderdak om ze te herstellen en een schilderbeurt te geven.
De molenaars
Ondertussen worden de molenaars steeds meer ingewerkt en wordt met inzet en enthousiasme gewerkt aan het smeren van het kruiwerk, de bolspil en de taatspot.
Zij komen steeds meer achter de geheimen die schuilgaan achter al deze namen. Terwijl weer een ander lid van de crew steeds weer nieuwe rotte plekken in deuren blootlegt die vervolgens weer hersteld moeten worden.
Uw bijdrage
U draagt als donateur uw steentje bij aan het behoud van de Hackfortsche windmolen en we hopen dat u, alleen aan dat feit al, genoeg voldoening beleeft.
Wij zijn blij met uw bijdrage en wij zullen ons best doen om dit stoere gebouw een functie te geven in ons mooie dorp.
Bijgaand ontvangt u de acceptgiro met daarop het bedrag ingevuld dat u vorig jaar hebt gedoneerd.
Bij voorbaat dank en met “wiekende groet”
Harmjan Warringa
secretaris van de
Stichting Vrienden van de Vordense olens
Lindeseweg 9
7251 NG Vorden
Tel. 0575-551021